We brengen damwanden aan om de bouwkuip te kunnen maken en boren de funderingspalen zodat de vloer van de tunnel straks stevig op z’n plek blijft. Ook zijn we de eerste bouwkuipen al aan het uitgraven, ter voorbereiding op het onderwaterbeton dat we vanaf april gaan storten. Hoe dat allemaal in z’n werk gaat lees je in deze bouwupdate.
Klik op de pijltjes onder de foto voor de volgende afbeelding.
Om de bouwkuip te kunnen maken, plaatsen we stalen damwanden in de grond. De losse planken vormen samen een gesloten scherm, de afbakening van de bouwkuip die ervoor zorgt dat we de bouwkuipen later kunnen uitgraven. De damwanden worden de grond in getrild. Als je dichtbij staat of woont is dit goed te merken aan het geluid en de trillingen.
Een damwandplank wordt met de hijskraan omhoog getild. Op dit moment zit het grootste deel van de damwanden in de grond, met uitzondering van de tunneltoeritten. Aan het einde van de bouwfase worden de damwanden weer getrokken.
De damwandplanken hebben een lengte variërend van circa 17 tot 21 meter.
Om ervoor te zorgen dat de vloer van de tunnel straks netjes op z’n plek blijft, brengen we funderingspalen aan in de grond tot ca. 30 meter onder maaiveld, in de zandlaag. De bovenkant van de paal wordt later mee gestort in de betonnen vloer. Enerzijds zorgen de palen ervoor dat de vloer van de tunnel niet opdrijft door de opwaartse druk van het grondwater, anderzijds zorgen ze voor een stevig fundament voor het gewicht van de tunnel en het verkeer.
De funderingspalen worden niet geheid, maar trillings- en geluidsarm geboord. We brengen hiervoor eerst een casing aan, een soort lege huls met aan de voorzijde een boorpunt. Tijdens het inboren van de casing pompen we een groutmengsel uit de boorpunt, dit groutmengsel vermengt zich tijdens het inboren met de omliggende grond.. Als deze op diepte is brengen we een betonnen paal aan. De casing, met uitzondering van de punt, wordt na afloop weer getrokken.
Hier is de boorpunt goed te zien, die onderop de casing zit en een schroefprofiel heeft.
De prefab betonnen paal variërend van 15 tot 24 meter met daarin stalen wapening.
De prefab paal wordt omhoog gehesen en in de casing geplaatst.
Hier is de bovenkant van de casing te zien, waar tijdens het boren grout wordt toegevoegd.
Het grout wordt met een kubel aangebracht.
Nadat de damwanden en de funderingspalen zijn aangebracht, kunnen we de bouwkuip uitgraven. Tijdens het ontgraven van de bouwkuip voegen we water toe. Dit water zorgt ervoor dat de bouwkuipbodem niet opbarst door het spanningswater in de diepere zandlagen. Voordeel hiervan is dat we niet hoeven te bemalen om de bouwkuip droog te houden en geen grondwater uit de omgeving onttrekken.
Hoe kun je met al dat water zien waar je moet graven? Het speciale meetbootje dat we inzetten meet de diepte van de ontgraving, door een scan krijg je als het ware een 3D plaatje van de bodem. De grijpers van de kraan zijn uitgerust met een positioneringssysteem, hierdoor kan de machinist exact zien waar de grijper zich onderwater bevindt. De laatste meters zand/grond worden weggezogen, om te voorkomen dat de paalkoppen niet beschadigen door de grijper. Ook zijn er duikers aan het werk om ervoor te zorgen dat de grond rondom de paalkoppen goed wordt weggegraven.
Het grootste deel van de grond die vrijkomt tijdens het uitgraven van de tunnel wordt afgevoerd en hergebruikt aan de noordkant van het project (gebied huidige N209). Ongeveer een derde van de grond die vrijkomt wordt hergebruikt in het gebied van de tunnel zelf, voor de aansluiting tussen het Lage Bergse Bos en de half verdiepte tunnel. Deze grond wordt tijdelijk opgeslagen op het bouwterrein.
Een overzicht van de bouwplaats met de ca. 25 kranen die aan het werk zijn.